door Jan D. Swart

De politiek in Rotterdam heeft geen bezwaar tegen de pop-up tunnelreclames tijdens metroritten, waarmee de RET momenteel nog kleinschalig experimenteert maar die bij voldoende adverteerders in mei definitief worden. Het levert geld op en de RET is armlastig. De poging van SP-raadslid Van Zevenbergen om de prikkelende reclame te verbieden werd door mobiliteitswethouder humoristisch afgedaan met: je kan ook de andere kant opkijken.

Leuk vond Van Zevenbergen dat helemaal niet, maar hij realiseerde zich wel ‘’een roepende in de woestijn’’ te zijn. Hij sprak van een gewelddadige reclame ‘’waaraan niet te ontkomen is, met een veel te hoge gevoeligheid en dat op een openbare plek. Het is toch al zo’n prikkelbare stad.’’

Van Zevenbergen kwam op voor autisten, die niet bestand zijn tegen deze lichtflitsen en kon het daarom ook niet waarderen dat raadslid Van Groningen (VVD) vroeg hoeveel onderzoeken er naar waren gedaan. ‘’Genoeg’’, was te lezen in de door verbijstering getroffen ogen van Van Zevenbergen, ‘’maar voor u gelukkig niet van belang.’’ Waarna burgemeester Aboutaleb beiden voorstelde om al die onderzoeken eerdaags op een terrasje te bespreken. Dat werd aanvaard. Van Groningen beluisterde er zichtbaar zelfs een RIVM-voorspelling in, maar dit terzijde. 

Ook de opmerking van wethouder Bokhove over ‘’dat je ook aan de andere kant van het pad kan gaan zitten’’ viel niet in goede aarde bij Aart van Zevenbergen. ‘’Zeg dan gewoon dat de RET het geld nodig heeft. Dan bent u duidelijk.’’

Uiteindelijk kreeg de SP alleen het gebruikelijke deel van de oppositie mee: Denk, Nida, 50Plus, en de Partij voor de Dieren. Goed voor 9 van de 45 stemmen.